Uit: Vredes Pers Bureau ten dienste van de vredesbeweging in Nederland, jrg 7, 1937, no 607, 22-07-1937 (Delpher)

UIT DE NEDERLANDSE VREDESBEWEGING

VERSLAGEN

Zondag 11 Juli had het VREDESPROPAGANDA-COMITE GRONINGEN EN OMSTREKEN een zgn. Rondetafelconferentie georganiseerd, waarvoor uitnodigingen waren gezonden aan alle "besturen van afdelingen van Vredesverenigingen, sympathiserende organisaties en verder aan de meest actieve vredesstrijders in Groningen,Drenthe en Omstreken.

Deze Conferentie werd bezocht door 85 personen, verdeeld over de volgende plaatsen? Groningen? 47 - Haren-Paterswolde: 12 - Leek-Rodens 11 - Assen? 5 - Hoogeveen 4 - A'dam, Haag, Hengelo: 4 - Delfzijl? 1 - Veendam: 1,waarvan 65 lid waren van een afdeling var een Vredesvereniging,Vredeskring,Vredesgroep of sympathiserende vereniging, terwijl 20 personen niet hij een vredesvereniging waren aangesloten. Aanwezig waren Deden ven 8 verschillende afd.van Vredesver.,2 Federaties,2 Vredeskringen,2 Vredesgroepen en 2 sympathiserende org. Zéér jammer was,dat 4 afd.van Vredesver.in de provincie Groningen schitterden door afwezigheid»

Deze Conferentie had tot doel door persoonlijke kennismaking meer contact te brengen tussen de besturen en actieve leden van de verschillende afd. en de moeilijkheden in de vredespropaganda eens gezamenlijk te bespreken.

Als spreker was uitgenodigd de heer mr.drs.A.Börger uit Amsterdam,die een psychologische beschouwing hield omtrent de algemene beginselen der vredespropaganda. Spr. wees erop, dat het doel van alle vredespropaganda moet zijn: bestrijding van het militarisme in den mens,waarom het noodzakslijk is,dat daarmee reeds begonnen moet worden hij de opvoeding van het kind, door tegenover het kind elk geweld te vermijden. De anti-militaristen moeten niet beginnen met kwade trouw te veronderstellen bij den tegenstander en andersdenkenden, omdat b.v. militairen niet oorlogszuchtig zijn. Deze gaan echter uit van het standpunt, dat de chaos voorkomen kan worden door het gebruiken van geweld en dat oorlog dus het middel is tot ordening, wat van anti-militaristische zijde bestreden wordt,omdat door geweld de chaos nog groter wordt en oorlog alléén vernietiging, maar geen oplossing brengt. Om tot een oplossing te geraken,zal men moeten praten,waarbij spr. als voorbeeld aanhaalde, dat men in 1914 niet wilde praten en daarom de wereldoorlog begon, aan het einde waarvan men tenslotte tóch moest praten om uit de misère te komen. Anti-militaristische propaganda is volgens spr.een kwestie van volksopvoeding tot gerechtigheid en verdraagzaamheid, waarbij alle partijdigheid moet worden vermeden, omdat partijdigheid niet te verenigen is met gerechtigheid. De mogelijkheid ener doeltreffende samenwerking van alle vredesorganisaties berust volgens spr. op de aanleg tot zedelijkheid, die bij alle mensen aanwezig is, welk standpunt breedvoerig werd uiteengezet. Spr. wees in zijn rede speciaal op de byzondere rol der vrouw hij het vredeswerk.

Na deze inleiding had een zeer interessante gedachtenwisseling plaats, waarbij mr.Börger gelegenheid had op verschillende onderdelen nog dieper in te gaan.

***